'Ik
ben een Assyriër en als ik in staat was om terug in de tijd
te keren naar de periode voor mijn geboorte en de keuze had om
mijn vader en mijn natie te kiezen, had ik geen andere vader en
andere natie gekozen.'
Misschien
lijkt zo’n uitspraak te overdreven voor velen. Maar pas
als men weet wie dat gezegd heeft, is men niet meer daarover verbaasd.
Want Faried Nazha was, de revolutionaire en de nationale strijder
die de pers in de Assyrische wereld voor een lange periode bezig
hield. Dit strekt zich uit van het midden van de jaren dertig
tot het begin van de jaren zeventig door zijn tijdschrift "H'thoyoetho
d' Suryoye", het Assyrisch bondgenootschap.
Faried Nazha is op 10 januari 1894 in de stad Hama in Syrië
geboren. Zijn opa Mardo Al-Garboety was in 1760 van Beth-Nahrin
naar Hama geëmigreerd. Hij heeft de basisschool op Assyrisch
gezindte scholen gevolgd en de lessen van kerkelijke leiders
gekregen. Wegens een conflict tussen zijn vader en de directie
van de school moest hij de school verlaten en thuis in z'n eentje
verder leren. Omdat zeventien families op 11 juli 1911 van de
yacobitische kerk, tot de katholieke kerk overgingen, ontstonden
er conflicten tussen de Assyrische gezinnen in Hama. Daarom is
Faried naar de VS geëmigreerd op verzoek van zijn vader,
die in oorlog was met zijn familieleden die leiders waren van
de katholieke gezinnen. Deze heeft de indruk bij Faried gewekt
dat iedereen die de Yacobitische en Nestoriaanse kerk verlaten
heeft, zijn nationale gevoel heeft verloren.
Faried Nazha kwam op 30 augustus 1911 in Argentinië aan,
waar hij natuurkunde en economie studeerde. In maart 1920 is hij
met een Argentijns meisje van Italiaanse afkomst getrouwd. Daarna
is hij in verband met werk naar Santiago de Astiro verhuisd. Na
11 jaar is hij teruggekeerd naar de hoofdstad van Argentinië:
Buenos Airos. Daar is hij lid van het platform Wardo d' Taybutho
d' Suryoye ('liefdadigheidsbloem' van de Assyriërs) geworden
en werd als secretaris gekozen.
Op
1 augustus 1934 heeft hij samen met zijn vriend de Edesese auteur
Sumaan Fahim (zoon van Michael Qas Butros) de Assyrische Afreemse
vereniging opgericht. Het doel van deze vereniging was het uitgeven
van een nationale krant die de behoefte van het Assyrische volk
kan vervullen, zowel in maatschappelijk als in literair opzicht.
Bovendien zette ze zich in voor de vooruitgang en de nationale
zaak. Dit nadat hij beïnvloed was door Naum Faiq en zijn
krant Beth-Nahrin.
In
september 1934 gaf hij H'thoyoetho d' Suryoye uit, waarmee hij
de bittere weg van de nationale strijd bewandelde ter wille van
de vooruitgang van het Assyrische volk. H'thoyoetho d' Suryoye
heeft de uitspraak 'de waarheid zeggen hoeveel het ook kost' als
voorbeeld genomen. Daardoor is het tijdschrift een ontmoetingsplaats
voor de Assyrische auteurs geworden omdat ze hun hoop daarin vonden.
Dit tijdschrift heeft een hoofdrol gespeeld in het bijsturen van
de Assyrische openbare mening naar meer nationaal gevoel, hetgeen
haar redacteur wou bereiken. H'thoyoetho d' Suryoye zette zich
in voor de hoop en verwachtingen van het volk, gewekt door artikelen
van de auteurs. Het tijdschrift gaf weer wat er in het volk leefde
aan vrijheidsgevoelens. Het tijdschrift leverde een bijdrage aan
het nationale gevoel, dat in veel opzichten rijp en realistisch
was. Men kan deze gedachte door middel van de stukken van Faried
Nazha leren kennen. Hij vond dat de principes die wij nodig hebben
voor de vooruitgang te maken hebben met drie basisprincipes. Ten
eerste de eenheid, ten tweede het oprichten van een internationale
Assyrische federatie waarvan overal afdelingen zijn, ten derde
het oprichten van scholen en het bevorderen van de emancipatie.
Faried
Nazha heeft uitgelegd wat hij ermee bedoelde wanneer hij Syrisch
(Suryoyo) of Assyrisch zei: 'Assyrisch is een nationaliteit en
geen geloof en het kan zijn dat men hetzelfde geloof met andere
volkeren deelt, zoals bij ons het geval is met de Kopten en Ethiopieërs.
Maar een volk zijn kan men niet met anderen delen. Wij roepen
op voor het ‘Assyrisch zijn’ vanwege de nationaliteit
en niet om de kerken en kloosters te beschermen. Wij zijn van
plan om een Assyrisch bondgenootschap op te richten met vaste
principes, dat zowel de Nestoriaan, Yacobiet, Sabiet, Chaldeeër,
katholiek en protestant zonder onderscheid bij elkaar brengt,
omdat de nationaliteit iets anders is dan geloof.
En zo is de Assyrische nationaliteit een speciale kwestie voor
ons hetgeen wij moeten analyseren en onderzoeken zodat wij tot
een juiste conclusie komen die ons de goede weg wijst die we moeten
bewandelen.'
Uit het voorgaande blijkt dat hij zich bewust was van de problemen
die zijn volk tegenkwam en haar bedreigde doordat men zich over
de hele wereld verspreidde. Daarom zien we hem hard werken aan
het opwekken van het nationale gevoel bij zijn volk, zoals hij
zei: 'Het nationale gevoel is één van de maatschappelijke
principes waardoor de bloei van de volkeren tot stand komt, en
het volk dat niet over een nationaal gevoel beschikt krijgt geen
kans voor een onafhankelijk leven. Omdat zij dat gevoel mist zou
ze in de andere volkeren assimileren. Maar het is hem niet ontgaan
dat de nationale eenheid de oplossing voor de genoemde problemen
was. Voor de nationale eenheid vond hij dat aan de volgende eisen
voldaan moet worden:
1.
Het verenigen van de Assyrische/Aramese taal
2.
Onafhankelijke pers
3.
Literaire, kerkelijke en nationale instellingen oprichten
4.
Scholen voor meisjes oprichten (in die tijd was het nog niet gebruikelijk
dat meisjes naar school gingen).
Sinds
het eerste nummer van het tijdschrift heeft hij zich op de taal
geconcentreerd. Hij vond dat de oorzaak van de slechte communicatie
onder de volksgenoten te danken was aan het feit dat er meerdere
dialecten waren. Daarom heeft hij veel aandacht aan de scholen
geschonken en heeft hij de auteurs en de talendocenten gestimuleerd
voor het opstellen van wetenschappelijke principes en het volgen
van moderne manieren bij het leren van de taal aan de leerlingen.
In dit kader zei hij: 'Wanneer een volk haar taal kwijtraakt,
veranderen haar gewoontes en verzwakken haar zuilen en neigt zij
tot verstarring. Als je het nieuws van andere volken volgt dan
merk je dat wat zij bereikt hebben, te danken is aan het handhaven
en verrijken van hun taal. Omdat het verrijken van de taal ook
verrijking van het volk betekent en taal onderscheidt ons van
andere volken.
Faried
Nazha viel d.m.v. zijn artikelen degenen aan die het leren van
hun taal verwaarloosden en juist het leren van de vreemde talen
motiveerden. Hij zei daarover: 'Degene die een aantal talen kan
spreken maar weigert zijn eigen taal te leren, werkt niet mee
aan de ontwikkeling van zijn volk.' Zelfs degenen die van mening
waren dat de Assyrische taal alleen een taal van de kerk moet
zijn, zijn aan zijn kritiek en opmerkingen niet ontkomen.
'Zolang de kerkdiensten in de eigen taal zijn en de meesten van
het volk naar de kerk gaan, is het niet logisch dat zij in een
voor hen onbegrijpelijke taal bidden en dienst houden.'
In één van zijn artikelen laat hij de oorzaken zien
die geleid hebben tot het verzwakken van de positie van de taal:
'dat de Assyrische/Aramese taal niet meer de taal van de staat
is omdat de vijand dat gewild heeft en op deze manier hij het
nationale gevoel kon verzwakken.'
Zijn
besef dat de taal heel belangrijk is voor het vormen van de eigen
identiteit, wijst erop dat hij een zeer progressieve geest had.
Zodat hij begrip had voor die fase en daardoor kon hij de belangrijke
factoren doorzien. Hierbij kreeg hij de steun van de andere auteurs
die hem als een zuil zagen waarop de Assyrische identiteit kon
worden gebouwd. Faried drong telkens aan om de moedertaal te verrijken:
'De Assyrische/Aramese taal moet tenminste de voertaal van het
Assyrische volk zijn. Ten eerste omdat zij de voertaal van de
kerk is, en ten tweede en het belangrijkste om de nationale kwestie
te dienen. Als de Assyriërs op de dag van vandaag één
voertaal hadden, waarmee zij met elkaar konden communiceren, dan
hadden zij nu een bondgenootschap kunnen hebben. Een bondgenootschap
dat door de andere volkeren gerespecteerd zou worden'.
Zoals al eerder genoemd, vond hij de scholen en opleidingen de
voornaamste manier om de eigen taal te behouden. Hij is van mening
vrouwen hierbij een belangrijke rol kunnen spelen: 'De vrouw is
één van de belangrijkste factoren om een gedachte
en een idee aan anderen te leren, vanwege daar haar rol in de
opvoeding van de kinderen. Daarom is het heel verstandig dat onze
dochters de moedertaal beheersen.'
Faried
werd in het begin van zijn carrière door de pioniers beïnvloed,
zoals Naum Faiq en zijn tijdschrift Beth-Nahrin. Daardoor gaf
hij het tijdschrift 'het Assyrische Bondgenootschap' uit bij de
eerste kans die hij kreeg van de Assyrische Afreemse Vereniging.
Dit tijdschrift werd een betrouwbare bron voor alle incidenten
en gebeurtenissen van ons volk en al haar kerkelijke gezindten.
Het leverde een bijdrage aan een betere communicatie binnen ons
volk. Bovendien speelde het een grote rol in de educatie en de
verbetering in het kader van het nationalisme. Één
van de uitspraken van de redacteur Faried Nazha was: 'De pers
is heel belangrijk voor een volk, want daardoor is men in staat
de gedachten van een volk bijeen te brengen en haar de goede richting
te wijzen. Het vormt de grootste factor om de zuilen van de bewustwording
en de vernieuwing te versterken. Gedachten van auteurs aan het
volk bekend worden om ervan te leren. Bovendien is de pers een
goed wapen om zichzelf te verdedigen als dat noodzakelijk is.
'Uit Farieds uitspraak valt te concluderen dat een volk zonder
pers, zou kunnen verdwijnen omdat het niet in staat is om zichzelf
te regeren om haar vrijheid (onafhankelijkheid) te behouden. Omdat
de pers een afspiegeling is van het volkskarakter. Zeer moedig
en zonder iemand voor te trekken heeft dit tijdschrift alle verderfelijke
aspecten onder het volk bestreden, waardoor het vijanden kreeg
en vooral onder mannen van de kerk. Zij bestreden het tijdschrift
en hebben zelfs haar redacteur Faried Nazha uit de kerk uitgestoten
en hem van ongeloof beschuldigd. Hij werd vaak lastig gevallen
en toch stond hij erop dat in de kerk verbeteringen moesten plaatsvinden.
Omdat
de meesten van het volk zich verbonden met de kerk voelen, moet
de kerk zich als eerste verbeteren. Zo heeft hij de kerkelijke
leiders van toen bekritiseerd en erop gewezen wat voor taak zij
hebben: 'De verbetering van de natie is in hoge mate afhankelijk
van de zuiverheid van het geloof. Omdat beide van nature met elkaar
verbonden zijn, door de interactie die door de jaren heen plaatsgevonden
heeft. Maar de macht van het geloof die opbouwend kan worden gebruikt,
is in handen van de onwetenden die het geloof niet juist hebben
begrepen. Zij beweerden dat de Assyriërs geen andere identiteit
hebben dan het geloof bovendien bestreden zij iedereen die tot
nationalisme oproept.'
Zijn oproep hield in het geloof te zuiveren zodat het bij de moderne
tijd past. Hiervoor moesten de onwetende kerkelijke leiders verwijderd
worden en hun samenwerking met sommige opportunistische leiders
die nog steeds het nationale gevoel belemmerden ter wille van
hun eigen belangen. Hierover heeft hij het volgende gezegd: 'Alsof
die kerkelijke leiders en opportunisten het recht van God kregen
om alleen volgens hun mening te handelen, alsof de rest van het
volk niets te zeggen heeft. Zo hebben deze rijken en machthebbers
de Assyrische vluchteling, die maatschappelijke en culturele stichtingen
in de diaspora gingen oprichten, aangevallen en probeerden hun
reputatie zwart te maken. Omdat zij deze oprichters van allerlei
stichtingen niet als bevoegden beschouwden om deze stichtingen
te besturen, omdat zij niet van een rijke familie afkomstig zijn
zoals bij hen het geval is. Zo gingen deze opportunisten degenen
die tot opbloei opriepen bestrijden en jammer genoeg waren de
patriarch en zijn bisschoppen hun rechterhand. Als een leider
een aardige brief naar de patriarch of één van zijn
bisschoppen stuurt, waarin een klacht werd ingediend tegen deze
progressieve mensen, was dat genoeg om hen als vijanden te beschouwen.
Er werd soms zelfs de regerende macht ingeschakeld om hen te bestrijden.
Ik vraag me af wat men van zulke mensen kan verwachten, wanneer
zij hun geweten al verkocht hebben.'
De
destructieve rol van de missionarissen t.o.v. de nationale geest
is hem niet ontgaan. Daarom onthulde hij de achterliggende doelen
van deze mensen. Hij beschouwde het als beginnend kolonialisme
om de mensen te verdelen door allerlei kerken te stichten. En
op die wijze hen voor te bereiden om de nieuwe politiek van de
kolonisten gemakkelijk te accepteren. 'wat de missionarissen beogen
is voor iedereen duidelijk: Zij openen de weg voor de kolonisten
en despoten, de schijn bedriegt.'
Faried heeft op tijd het noodlot van de Assyrische vluchtelingen
opgemerkt. Daarom waarschuwde hij voor assimilatie in de diaspora
en heeft hij hen gestimuleerd om hun gewoontes en identiteit te
behouden. 'Het is de plicht van iedere Assyriër om te zorgen
dat zijn/haar kinderen hun eigen identiteit niet te vergeten en
zo nodig de moedertaal te leren.' Hij waarschuwde hen voor het
leren van slechte gewoontes door anderen te imiteren.
Door
zijn intuïtie kon hij voorspellen waar het Assyrische volk
zou stranden, indien zij de opvoeding van hun kinderen zouden
verwaarlozen. Dat was de reden dat hij de verenigingen en stichtingen
die hij in de diaspora oprichtte zo belangrijk vond. Hij steunde
en stimuleerde ze met de bedoeling dat ze dezelfde weg zouden
bewandelen om het hoge doel te bereiken. Bovendien heeft hij alle
negatieve aspecten die van invloed kunnen zijn op de maatschappij
bekritiseerd. Aspecten waar het volk mee te maken had zowel
in het vaderland als in de diaspora. Hierbij heeft hij gebruik
gemaakt van het gedachtegoed van andere auteurs zoals Hanna Abd-Lakki,
Johanna AlQas, Sanharib Bali, Ibrahim Korakji, Jan Aashi, Ibrahim
Soumi en Jabra Ibrahim Jabra. Onder andere hebben deze auteurs
zich ingezet om de Assyrische kwestie te verdedigen tegenover
de internationale congressen en eisten de Assyrische rechten op.
Bovendien onthulden ze de achterliggende doelen van tegenstanders
die de naam van de Assyrische kwestie zwart zouden maken.
Op
deze manier heeft Faried Nazha samen met het Assyrische bondgenootschap
een grote rol gespeeld in het activeren van het culturele leven
en opwekken van de nationale geest. Door zijn werk heeft hij herinneringen
achtergelaten die in ieders geheugen zijn gegriefd. Tijdens zijn
loopbaan kwam hij ook moeilijkheden tegen die hem bedroefden.
Dit was het geval toen de Syrische nationale partij het Assyrische
bondgenootschap in handen genomen had. Dat was in de jaren veertig
toen Antoan Sa'ade de leider was van de genoemde partij. Hierna
werd het Assyrische bondgenootschap door het arabisme beïnvloed.
Destijds trokken veel nationale auteurs bij het bondgenootschap
weg. Maar in de jaren vijftig is zij haar Assyrische rol weer
gaan spelen en kwam Faried Nazha vol zelfvertrouwen weer terug
en heeft hierover gezegd: 'Het zelfvertrouwen is de basis van
ieder succes en de echte patriotist is degene die doet wat hij
zegt ook al is zijn volk in de minderheid en economisch zwak.
Assyrië was in het verleden een groot rijk en zij moet dat
tegenwoordig ook zijn.'
Hij
heeft deze manier van werken tot zijn dood op 19 oktober 1970
gevolgd en toen is iemand met veel uitstraling gestorven.