Is
geboren in het dorp Jamba in 1894. Jamba ligt in het hoge gedeelte
van de streek Tiare. Vanwege de strijd tussen de Assyriërs
aan de ene kant en de Turken, Koerden en Iraniërs aan de
andere kant tijdens de Eerste Wereldoorlog, is hij met velen in
1916 naar Iran en daarna naar Irak geëmigreerd. Destijds
vond een massale emigratie onder de Assyriërs van Hakari
plaats. In deze strijd heeft Malek als soldaat gevochten.
Voor het eerst was hij in de hoedanigheid van een groepsleider
van 50 soldaten in de strijd tegen de Koerdische leider Ismaël
A'ga. Na de moord op de patriarch Mor Benjamin Chamoun, heeft
hij zich bij het Engelse leger in Irak aangemeld. Daar werd hij
als leider van 1000 soldaten in de Levy (een groep Assyrische
soldaten onder leiding van het Engelse leger in Irak) genoemd.
Dezen hadden zich bewapend in de hoop ooit naar hun geliefde vaderland
Hakari (Oermia) terug te keren.
Malek riep op tot revolutie tegen de Engelsen en nam het dorp
Soa'ra in het noorden van Irak als schuilplaats voor zijn revolutie.
Er waren verschillende redenen. Ten eerste merkte hij dat de Engelsen
hun beloften ten opzichte van de Assyriërs niet nakwamen.
Zij verzuimden dat de Assyriërs zich konden vestigen en zij
onthielden de Assyriërs hun etnische rechten als volk. Omdat
de Assyriërs aan de Engelse kant hadden gevochten, hadden
zij er recht op om van de overwinning aan het einde van de Eerste
Wereldoorlog te profiteren. Ten tweede omdat de Irakese regering
de patriarch Mor Chamoun Ishai had gearresteerd en hem gedwongen
had in Bagdad te wonen.
Nadat
de Irakese regering de patriarch Mor Chamoun in ballingschap wegstuurde
naar Cyprus, heeft zij in 1933 geprobeerd hem te arresteren. Maar
het lukte hem naar Syrië te ontsnappen via de rivier
de Tigris. Kort daarna is hij samen met zijn mannen (in totaal
ruim 1000 man) door de Franse regering in overleg met de Irakese
regering, (Syrië was toen een Franse kolonie) teruggestuurd.
Terwijl zij op 5 augustus 1933 door de rivier naar de overkant
bij de plaats Fish Chabour gingen, wachten de Irakese soldaten
aan de overkant hen op (Bakker Sidqi was de minister van defensie).
Daar begon een flinke strijd tussen beide partijen. De Assyriërs
beschikten over lichte geweren terwijl de Irakese linie die, uit
zeven detachementen bestond, over alle bekende wapens van
toen beschikte. De Assyriërs braken door de vijandelijke
linie, nadat zij het zevende detachement hadden ingenomen. Zij
gingen door totdat zij alle detachementen hadden verslagen. Bakker
Sidqi verkeerde in moeilijkheden nadat de Assyriërs zijn
landmacht hadden verslagen, daarom stuurde hij een aantal vliegtuigen
om de situatie onder controle te houden. Na een zeer moedige en
oneerlijke strijd moesten de Assyriërs onder leiding van
Malek en zijn eerste man Luqa terugkeren naar Syrië. In Syrië
vestigde hij zich in Tel Tammer. Daar bleef hij wonen tot
het midden van de jaren zestig en hij naar Canada emigreerde.
In 1973 keerde hij terug naar Irak nadat hij begenadiging kreeg.
Op 25 januari 1974 is hij overleden